Opdracht 2: woorden met de of het
Je zegt: de brief - en daarom ook de conceptbrief.
Je zegt: het onderwerp - en daarom ook het gespreksonderwerp.
1.
brief -
ouderavondbrief
2.
blad -
dagblad
3.
verbinding -
internetverbinding
4.
plan -
trainingsplan
5.
adres -
mailadres
6.
project -
sportproject
7.
politiek -
loonpolitiek
8.
verbod -
vuurwerkverbod
9.
terrein -
sportterrein
10.
sport -
binnensport
11.
vaart -
ruimtevaart
12.
centrum -
voedingscentrum
13.
keuze -
woordkeuze
14.
bouw -
zinsbouw
Controleer
OK