Opdracht 6: deze/die/dit/dat (mh-niveau)
Kies steeds het juiste woord.
1. (Deze/dit)
game heb ik al vaak gespeeld, maar (dat/die)
game is nieuw.
2. (Dat/deze)
nieuwe laptop is veel beter dan onze oude.
3. Het meisje (dat/die)
ik gisteren sprak, komt morgen terug.
4. Het jongetje (dat/die)
zijn knuffel kwijt was, kon niet slapen.
5. (Die/dit)
workshop longboarden was heel spectaculair.
6. Spinnen in huis? Er zijn veel tips om van (deze/dit)
probleem af te komen.
Controleer
OK