Opdracht 7: deze/die/dit/dat (mh-niveau)
Kies steeds het juiste woord.
1. (Deze/Dit)
rugtas wil ik graag hebben voor mijn verjaardag.
2. Ik zal je de badmintonrackets teruggeven na (die/dat)
weekend aan het strand.
3. Morgen neem ik (die/dat)
stokbrood mee naar de picknick.
4. (Deze/dit)
boek heb ik al drie keer gelezen; ik heb het op (die/dat)
tafeltje gelegd.
5. (Deze/dit)
mooie wollen sjaal is gemaakt door (die/dat)
ontwerper uit Hongarije.
6. Wat vind je van (deze/dit)
nieuwe tijdschrift?
7. Kan iemand mij vertellen of (die/dat)
volleybaltoernooi nog doorgaat?
8. Over de oorzaak van (deze/dit)
auto-ongeluk kan (die/dat)
politieagent nog niets vertellen.
9. (Die/dat)
ambulance reed al voor de derde keer bij ons door de straat.
Controleer
OK