Opdracht 8: Vul steeds het juiste woord in (mh-niveau)
1. Het journaal gaat altijd over (de/het)
actualiteit.
2. Over een week doen we (deze/dit)
quiz nog een keer.
3. Ik hoorde dat (de/het)
warenhuis V&D bijna failliet is.
4. Dit weekend is er een grote motorrace op (de/het)
circuit bij Assen.
5. Zou (de/het)
nieuwe partner van jouw broer ook naar de bruiloft komen?
6. Wie zou (dat/die)
onzinverhaal aan iedereen verteld hebben?
7. Volgens de aardbevingsdeskundige is (dat/die)
seismograaf onbetrouwbaar.
8. (De/Het)
jury moet de kandidaten zo eerlijk mogelijk beoordelen.
9. Over (de/het)
ware toedracht van het ongeluk kan de politie nog niets zeggen.
10. Hoe (dat/die)
oude horloge gerepareerd moet worden, weet niemand.
Controleer
OK