Opdracht 1: persoonsvorm
Noteer van iedere zin de persoonsvorm.
Je kunt de persoonsvorm vinden door:
- de zin vragend te maken (vraagproef)
- de zin in een andere tijd te zetten (tijdproef)
- de zin van getal te veranderen (getalproef).
1. Sarita verkleedde zich als heks voor het Halloweenfeest.
pv =
2. Frankrijk wordt elk jaar door veel toeristen bezocht.
pv =
3. Zeerovers hebben lange tijd de kust voor Somalië onveilig gemaakt.
pv =
4. De fotograaf maakte tijdens de bruiloft de mooiste foto's.
pv =
5. Je mag bij toetsen absoluut niet praten!
pv =
6. Sarah wil later graag schoonheidsspecialiste worden.
pv =
7. Het nieuwe station van Rotterdam is erg mooi geworden.
pv =
8. Dat woord spellen heel veel mensen verkeerd.
pv =
Controleer
OK