Opdracht 2: werkwoordelijk gezegde en onderwerp
Noteer het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp
Als er geen onderwerp in de zin zit, zet dan een streepje ( - ) of vul 'geen' in!
colabom.wmv
1. Twee jongens uit klas 3 hebben een colabom gemaakt.
wg =
ow =
2. Het Vredespaleis vind je in Den Haag.
wg =
ow =
3. Mijn vrolijke broertje kan heel goed moppen vertellen.
wg =
ow =
4. Het slachtoffer van de overval kan zich de daders goed herinneren.
wg =
ow =
5. Kijk goed uit bij het oversteken van die drukke weg!
wg =
ow =
6. In mei 1945 werd de vrede getekend tussen Nederland en Duitsland.
wg =
ow =
7. Schenk eens een kopje thee in voor de gasten!
wg =
ow =
8. Op het vliegveld moesten de toeristen hun paspoort laten zien.
wg =
ow =
9. Wie deelt even de blaadjes voor het proefwerk uit?
wg =
ow =
10. De jongen met het blauwe T-shirt heeft onze bal afgepakt.
wg =
ow =
Controleer
OK