Opdracht 16: bijvoeglijk naamwoord - korte en lange vorm
Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
1. Het verhaal is vreemd.
een
verhaal
het
verhaal
2. Het konijn is dik.
een
konijn
het
konijn
3. De winkelier is aardig.
een
winkelier
de
winkelier
4. Het mobieltje is nieuw.
een
mobieltje
het
mobieltje
5. Het vogeltje is zielig.
een
vogeltje
het
vogeltje
6. De buurman is gezellig.
een
buurman
de
buurman
Controleer
OK