Opdracht 14: stam en ik-vorm
Noteer de stam, de ik-vorm en de ik-vorm + t van de werkwoorden.
hele werkwoord
stam
ik-vorm
1. lopen
lop
ik loop
loopt
2. antwoorden
ik
3. blazen
ik
4. blijven
ik
5. doorgeven
ik
6. fotograferen
ik
7. meedoen
ik
8. onthouden
ik
9. reizen
ik
10. suizen
ik
11. vinden
ik
12. weggooien
ik
Controleer
OK