Opdracht 7: meervoud op -en (door elkaar)
Noteer het meervoud van de volgende woorden.
1. het apparaat – de
2. de appeltaart – de
3. de rijles – de
4. de bloemenkrans – de
5. de brugklas – de
6. de discotheek – de
7. de golf – de
8. de leerlingenraad – de
9. de nagellak – de
10. het kanonschot – de
11. de klasgenoot – de
12. de zoetstof – de
13. de buitenkans – de
14. de lippenstift – de
15. het wijnglas – de
16. de rugtas – de
17. het spook – de
18. de beurs – de
19. het verlof – de
20. de draak – de
21. de zuurstok – de
22. het zwembad – de
Controleer
OK