Opdracht 10: voltooid deelwoord & onvoltooid deelwoord
Kijk steeds of je het voltooid deelwoord of het onvoltooid deelwoord moet invullen.
1. Rustig op de bus (wachten)
heeft Nico zijn nieuwe telefoon (testen)
.
2. Zenuwachtig om zich heen (kijken)
is Ingrid de kamer van de directeur (inlopen)
.
3. (Zoeken)
naar een bestand op zijn laptop heeft Jasper per ongeluk enkele foto's (wissen)
.
4. (Vluchten)
voor de onweersbui heeft Barbara haar gouden armband (verliezen)
.
5. (Boren)
in mijn kies heeft de tandarts mijn zenuw (raken)
.
6. Angstig (dromen)
over heksen heeft Menno het lampje naast zijn bed (omstoten)
.
Controleer
OK