Opdracht 4: voltooid deelwoord
Wat is het voltooid deelwoord van deze werkwoorden?
En nu door elkaar...
1. Ik heb (fietsen)
.
2. Heb jij (winnen)
?
3. Ik heb (horen)
.
4. Jullie hebben (luisteren)
.
5. Het papier is (verscheuren)
.
6. Zij heeft (maken)
.
7. De hond heeft (bijten)
.
8. Naol heeft (twijfelen)
.
Controleer
OK