Opdracht 3: verleden tijd
Vul de persoonsvorm in in de verleden tijd.
hele werkwoord
stam
ik-vorm
1. beweren
ik
Gisteren
Hassan dat hij echt niet gespiekt had.
2. stoten
ik
Mijn broertje
vanochtend een glas melk om.
3. vieren
ik
In 2015
onze school het 100-jarig bestaan.
4. melden
ik
Vanochtend
vijf leerlingen zich ziek.
5. lachen
ik
Malou
helemaal niet om die flauwe mop.
6. vertellen
ik
De geschiedenisleraar
vorige week over de Romeinen.
7. branden
ik
Tijdens de bosbrand in 2012
hun huis helemaal af.
8. trainen
ik
Vroeger
voetballers minder lang dan nu.
9. vergissen
ik
(me)
Mijn moeder
zich, ze sprak de verkeerde persoon aan.
10. zetten
ik
De portier
de ruziemakers de discotheek uit.
Controleer
OK